Centrum Management Maastricht – Astrid Verberne

Van knoop tot knooppunt

Sociale, economische en culturele samenwerking in het hart van Europa.

De grenzen tussen België, Duitsland en Nederland vervagen steeds meer. “Knowledge crossing borders”, zegt Brightlands, en dus is de verwantschap de laatste jaren verder gegroeid. We bezoeken elkaars scholen, universiteiten onderzoeken samen, bedrijven doen zaken over grenzen heen en we winkelen en recreëren graag over de grens.

Maastricht is een belangrijk knooppunt in de regio en een internationale spoorwegverbinding. Gelegen in het hart van de kennis-as Leuven, Aachen, Eindhoven draagt het verbeteren van de bereikbaarheid en doorstroming bij aan het bevorderen van regionale en internationale mobiliteit. Dit kan belangrijke economische voordelen opleveren. In het ‘Wenkend Perspectief’ van Frans Bastiaens, wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling, dromen we groots. Mobiliteit is hiervoor een belangrijke motor.

Aantrekkelijke stad voor Belgen en Duitsers

Maastricht wordt gezien als stad van het goede leven; gastvrij met veel goede en ook nog betaalbare restaurants, luxe winkels die je nergens anders in Nederland ziet, aangevuld met een mooi assortiment aan lokale boetieks, monumentale panden en een aantrekkelijk cultuuraanbod waar toeristen graag aan snuiven.

Niet zo vreemd dus dat het aandeel bezoekers in Maastricht ieder weekend voor bijna 50% uit Belgen en Duitsers bestaat. We zien ze maar wat graag komen, want hun bestedingen liggen boven die van Nederlandse bezoekers.

Het recent uitgevoerde onderzoek Modaliteit X Bestedingen door BRO, onder andere in opdracht van CMM ism de Gemeente, wijst erop dat buitenlandse bezoekers voornamelijk met de auto naar Maastricht komen. Een belangrijke kans voor het openbare vervoer. Ook hiervoor is mobiliteit een belangrijke motor.

Mobiliteit als haperende motor

Mobiliteit is dus een belangrijke motor voor zowel de toestroom van kenniswerkers, als van toeristen. Juist deze motor lijkt wat te haperen. Een belangrijk, want duurzaam, alternatief voor korte en milieubelastende vliegreizen of autoritjes, is het openbaar vervoer. Een kans voor de stad, maar het organiseren van internationale mobiliteit lijkt complex.

Er wordt aan de achterkant hard gewerkt aan realisatie van een drielandentrein met directe (snel)treinverbindingen tussen Duitse, Belgische en Nederlandse steden. De verbinding tussen Aken, Heerlen en Maastricht is gerealiseerd, nu Luik nog. Een directe intercity verbinding naar Leuven en Brussel ligt in lijn der verwachtingen, maar zover is het nog niet.

Wat (achter)blijft is een breed spooremplacement dat fungeert als een splijtzwam. Voor fietsers ontbreekt op dit moment een logische verbinding ten Noorden van het station met de binnenstad. Voor voetgangers oriënteert de gemeente zich op nieuwe passerelles over of onder het station, want de Duitsepoort is een verouderde overgang en biedt geen warm welkom in de stad. De spoorwegovergang Duitsepoort is gemiddeld 18 minuten per uur dicht, wat ook een ergernis is voor automobilisten en werkt sluipverkeer in de hand. Tot slot liet een tramverbinding tussen Hasselt en Maastricht zijn sporen na. Dit alles met gevolgen die inwoners én bezoekers irriteren.

Een gastvrije stad is een bereikbare stad met tevreden bezoekers én inwoners

Er zijn verschillende onderzoeken en studies die aantonen dat gastvrijheid een belangrijke rol speelt bij het aantrekken en behouden van bezoekers in een stad of bestemming. Het is daarbij van belang om op te merken dat de impact van gastvrijheid op het terugkeren van bezoekers wordt beïnvloed door diverse factoren.

De bereikbaarheid van de stad blijkt een belangrijke basisfactor voor een gastvrij ontvangst, wat door bezoekers en inwoners verwacht wordt op orde te zijn. Er is een bovendien een sterke correlatie tussen de ontvangen gastvrijheid en de algehele tevredenheid van een bezoek. Dit betekent dat wanneer mensen zich welkom voelen en positieve interacties hebben, ze over het algemeen tevredener zijn over hun ervaring in de stad en daarmee de bereidheid om terug te keren.

Door het station te onder tunnelen wordt de doorstroming van het verkeer verbeterd, en daarmee de bereikbaarheid. Dit geldt zowel voor het autoverkeer als voor voetgangers en fietsers. Een tunnel voorkomt dat het verkeer moet wachten voor passerende treinen, waardoor de verkeersstroom efficiënter wordt. Omdat het verkeer ondergronds gaat, wordt ook de verkeersveiligheid verhoogd. De geluidsoverlast van treinen vermindert bovendien, wat de leefbaarheid in de directe omgeving van het station ten goede komt.

De ondertunneling van het station kan ook het uiterlijk van het station en de omgeving verbeteren. Door bovengrondse ruimte vrij te maken ontstaan er mogelijkheden voor architectonische en landschappelijke verbeteringen en het creëert nieuwe ruimte boven de grond die gebruikt kan worden voor stedelijke ontwikkeling. Het plan ‘Around the tracks’ van Jo Coenen en Luc Soete verbindt de Groene Loper met het centrum en fietsers krijgen ruim baan via de Sint Maartenslaan. Het plan voorziet in nieuwe gebouwen, pleinen, een park en andere (groen)voorzieningen.

Ondertunneling draagt dus niet alleen bij aan een beter bereikbare stad met een ediciënte en veilige verkeersstroom, die zorgt draagt voor een gastvrij ontvangst, maar verbetert ook de leefbaarheid en functionaliteit van de stad.

Gaan voor een integrale, gefaseerde aanpak

Centrummanagement Maastricht opteert voor een integrale aanpak om zowel de bereikbaarheid voor kenniswerkers in de regio te verbeteren, toeristen in de stad gastvrij te ontvangen, en tegelijkertijd de leefbaarheid voor inwoners te verbeteren.

Het plan ‘Around the Tracks’ van Jo Coenen en Luc Soete levert een belangrijke bouwsteen om het station van Maastricht te ontwikkelen van “knoop tot knooppunt”. Dit plan heeft een grote impact op de stad, wat vraagt om een gefaseerde aanpak. Op een duurzame en vitale toekomst van Maastricht.

Astrid Verberne
Directeur-Bestuurder
Centrummanagement Maastricht

DutchEnglish